Peter Positief, zo noemen mijn vrienden mij. Ik was een onstuimig kind maar altijd een vrolijk en positief mannetje. Soms was ik wat rebels. Ik zat in de jeugdbeweging en haalde graag kattenkwaad uit. Op dat gebied was ik misschien wel de moeilijkste van het gezin, ik ben de derde van vier zonen.

Ik denk dat mijn kinderjaren woelig waren omdat ik op zoek was naar mijn identiteit. Op mijn 21ste kwam ik erachter dat ik homoseksueel ben. Mijn coming out ging redelijk vlot en zonder veel problemen. De broer van mijn vader is al 30 jaar samen met een man, dus mijn familie had het al eens meegemaakt. Op mijn eerste job was de zaakvoerder homoseksueel. Ik stelde veel vragen en ik kreeg van hem veel antwoorden waardoor ik snel doorhad dat het bij mij ook zo was. Ik heb het dan aan mijn ouders verteld en dat was een hele opluchting. Er was een nieuwe Peter geboren die eindelijk zichzelf kon zijn.

Bij elke coming out valt er een last van je schouders. Mijn coming outs werden positief onthaald, ook die van drie jaar na mijn outing als homo, toen ik hiv positief bleek te zijn.

“Het is niet makkelijk om zoiets te vertellen.”

Ik was 24 jaar toen ik ontdekte dat ik seropositief ben. Dat was een enorm heftige gebeurtenis. Ik  had op dat moment een relatie en mijn partner wist dat hij het virus had maar vertelde mij niets. Je zou dus kunnen zeggen dat het een opzettelijke besmetting was, maar die conclusie relativeer ik nogal sterk. Het is niet makkelijk om zoiets te vertellen maar het is natuurlijk niet te verantwoorden dat hij niets heeft gezegd. Mijn leven zou er anders hebben uitgezien als ik het wist, maar uiteindelijk ben je nog altijd met z’n tweeën. De verantwoordelijkheid om je te beschermen is 100%-100%. En ik heb mijn 100% niet genomen, dus ook ik moet in de spiegel durven kijken.

In het begin heb ik eigenlijk veel meer last gehad met de breuk met mijn toenmalige partner dan met het feit dat ik besmet was. Ik wilde me zelfs nog met hem verzoenen, maar dat is niet gelukt. De periode voordat ik hiv kreeg was een hiv- en aids fase. Er was meer preventie en er waren toen nog veel aidsdoden, vooral in het homomilieu. Toen bij mij de diagnose werd gesteld, was er een soort van aidsmoeheid. Hier en daar hing er nog wel eens een affiche in een bar maar er werd niet meer over gesproken. Op die manier zijn heel wat mensen in contact gekomen met de ziekte.

Drie zware jaren zijn het geweest na mijn coming out, tot ik op vakantie mijn huidige vriend leerde kennen. Fernando en ik zijn ondertussen achttien jaar samen en al tien jaar getrouwd. Ik ben heel gelukkig nu, elke dag neem ik medicatie die ervoor zorgt dat het virus onderdrukt wordt. Het wordt zelfs zó onderdrukt dat het niet meer detecteerbaar is in mijn bloed. Seroneutraal heet dat. Ik kan op deze manier niemand besmetten. Fernando heeft heel rustig gereageerd toen ik het hem vertelde, en door de intense gesprekken werd de verliefdheid nog groter.

“Mijn glas is altijd halfvol.”

Ik heb altijd al zo positief in het leven gestaan. Mijn glas is altijd halfvol. Ik geloof dat zoiets genetisch is bepaald. Ondanks de tegenslagen ben ik nog steeds optimistisch en die positiviteit appreciëren mensen, het inspireert hen. Dat is mijn doel in het leven, mensen inspireren met mijn positieve levensvisie. Als mijn persoonlijke verhaal daarbij kan helpen, des te beter.

Daarom heb ik net een boek uitgebracht, ‘Peter Positief’ heet het. Het is een autobiografie vanaf mijn kindertijd tot nu. Het is vooral een openhartig boek, zonder taboes. Op dat vlak is het een leuk boek voor mensen die seropositief zijn en zich aan mijn verhaal kunnen optrekken, maar ook voor mensen die problemen ondervinden bij hun homoseksualiteit kan het boek inspirerend zijn. De sterkte van het boek is het positieve denken in het algemeen. Ik heb dat positieve gewoon in mij, laat die ‘sero’ maar vallen.

Als ik straks een auto-ongeval heb en mijn twee benen verlies, zal ik waarschijnlijk mee competitie gaan doen met Marieke Vervoort. Of ik zou basket gaan spelen in een rolstoel. Maar ik zou zeker niet  als een plant in de hoek gaan zitten en zeggen ‘nu is ’t leven voorbij’.”

Positief, enthousiast en naïef.

Don’t stop me now van Queen.

Met moeder Theresa en Bill Gates. Ik vraag mij af wat een mens moet doen in zijn leven: Op een vuilnisbelt gaan wonen tussen de armen en hen helpen en daarvoor de Nobelprijs voor vrede krijgen, of moet je streven naar ongelooflijk rijk worden en met dat kapitaal weer veel mensen helpen?

Het Roze Huis op de Draakplaats, het Eilandje, het Zuid.

Interview en foto’s door Nanigui Patel.