“Mijn ouders hebben me altijd gezegd dat ze geen kind hebben opgevoed. Ik was altijd opgewekt. Ik was anders dan alle andere kinderen. Je ligt daar niet wakker van want je denkt dat iedereen speciaal is. Je kon dat zien aan mijn tekeningen. Ik tekende veel gedetailleerder. Ik maakte elleboogjes en knieën altijd met een zon erbij. Bij mij scheen altijd de zon.

Ik zat op een school met zes jongens en driehonderd meisjes. Ik voelde mij meteen thuis. De andere jongens voelden zich onwennig. De directrice kwam mij om raad vragen. Ik speelde altijd met meisjes omdat je met jongens geen diepe gesprekken kan voeren. Dat gaat enkel over voetbal, het weer en hoe lang je in de file hebt gestaan.

“Ik zag bijen uit het plafond komen en mieren uit de grond.”

In 1998 had ik een burn-out. Ik belandde in de psychiatrie. Ik zag bijen uit het plafond komen en mieren uit de grond. Ze dachten dat ik een psychose had. Uit zelfonderzoek bleek dat ik spiritueel ontwaakt was. Ik had een verlichtingsmoment. Dat doet deuren opengaan. Ik zat in de zevende hemel. Ik wilde het uitschreeuwen van geluk, en dat heb ik ook gedaan in mijn hoofdkussen. Ik ben een lesbische vrouw in een mannenlichaam.

Het duurde zestien jaar om de puzzelstukjes in elkaar te laten vallen. Ik wilde het eerst voor mezelf bewijzen. In 2007 had ik een nachtje doorgedaan op het werk. Ik had drie computers voor mijn neus. Met de eerste computer deed ik werkzaken, met de tweede zocht ik informatie op over mezelf, en met de derde computer zocht ik informatie op over de wereld. Ik gaf het dossier aan mijn toenmalige vrouw, en werd meteen opgenomen in de psychiatrie. Ze geloofde mij niet.

We waren vijfendertig jaar getrouwd. Ik kan begrijpen dat mijn ex-vrouw het er moeilijk mee had. Ik had ook een beetje met haar voeten gespeeld. Niet om haar te kwetsen, maar om beweging te creëren in haar beeldvorming. Homo’s en lesbiennes zijn volgens haar een fout van de natuur. In 2012 wilde ze scheiden. Ik wees dat af en vroeg haar opnieuw ten huwelijk, maar dan op spirituele wijze. Daar wilde ze niets van weten. Ik droeg al make-up, maar begon me nu ook te kleden als vrouw.

In die periode stierf ook Sarah, onze dochter. Ze was hoogzwanger, maar ze moest haar medicatie blijven innemen omdat ze bipolair was.  Ze was een zombie. De laatste keer dat ik haar gezien had, was op mijn verjaardagsfeest. Ze was overprikkeld. Zelf was ik hooggevoelig en dus kon ik altijd tijdens de moeilijke momenten goed op haar inpraten.

“Mijn dochter onderging een keizersnede, en vijf dagen later stierf ze.”

Mijn ex-vrouw kwam onze dochter ophalen om naar de kliniek te gaan, maar dat wilde ze niet en ze liep weg. Ik trof haar thuis aan op de zetel. Ze zat eerst heel ver van mij, gaandeweg schoof ze op en zat ze met haar knieën voor mij. Haar laatste woorden waren: ‘Voke, eindelijk begrijp ik jou.’ Ze werd opgenomen in het ziekenhuis. Ze onderging een keizersnede, en vijf dagen later liet ze het leven.

Mijn kleindochter is nu drie jaar oud. Ik heb reeds twee jaar van haar leven gemist. Nu mag ik haar één keer per maand zien. Ze heeft het karakter van Sarah. Ik heb nog drie andere zonen, maar zij zien me liever niet als hun vader. Ik heb er geen ruzie mee, maar dat aanvaardingsproces heeft zijn tijd nodig. Mijn deur staat altijd open.

Ik heb het overlijden verwerkt via Facebook. Ik had op Facebook geschreven dat ik liever met mensen wilde verdergaan die me liefhadden en eventueel mijn familieleden wilde laten vallen. Iedereen dacht dat ik mijn familie wilde afschieten. Volgens de psychiater was ik een gevaar voor de maatschappij en pleegde ik een aanslag op het heterohuwelijk. Ik werd voor de derde keer opgenomen in de psychiatrie.

In beroep werd ik vrijgesproken door een jonge rechter die zei dat ze mij niet mochten afrekenen op het anders zijn. Dat was discriminatie. Terug thuis sliep ik op de zolder. Via de vrederechter heeft mijn ex-vrouw me uiteindelijk het huis uitgekregen. Ik was dakloos.

In 2013 werkte ik als vrijwillige boekhouder voor de World Out Games. In ruil daarvoor kreeg ik een slaapplek in de Brouwersvliet. Mijn badkamer was nogal klein, en omdat het Schipperskwartier dichtbij lag, heb ik daar kennisgemaakt met enkele dames.  Nu douch ik mij regelmatig bij hen thuis, andere mannen mogen er zelfs niet aan denken.

“Ik word niet verliefd, want dan verlies ik mezelf.”

Mijn huidige vriendin is een prostituee. Zij is 31 jaar, ik ben 61 jaar. Ze valt op oudere mannen die anders zijn. Ik heb haar zelfs al ten huwelijk gevraagd, maar ze ging er nog over nadenken. Ze zit momenteel in een tweestrijd. Ze wil graag terug naar haar familie in Letland, maar tegelijkertijd wil ze hier met mij een leven opbouwen in Antwerpen. Ik zie haar graag, maar ik ben niet verliefd, want dan verlies ik mezelf.

Ik zie de toekomst ‘roze kleurig’ in. Eens je de puzzel hebt gelegd, denk je terug na over je jeugd. Ik heb al verschillende keren aan mijn moeder gevraagd weer jeugdherinneringen naar boven te halen, want ik weet niet meer zo heel veel, alleen uit foto’s.”

Universele liefde geven (met wederzijds respect).

Alle oorlogen. Ze weten niet waarover ze vechten. Dat is kassa. Geen vluchtelingen meer, geef iedereen een basisinkomen en een dak boven het hoofd zodat iedereen gelukkig kan zijn. Alles is strijd en dat is sinds het begin van het mensdom.

China girl van David Bowie, mijn rolmodel, stelde het gelukshormoon voor. In de kunstwereld mag dat. In mijn wereld word je meteen gecolloqueerd.

Poetin. Een uitdaging. Ik vermoed dat hij homo is: een machohomo. Dat zijn machtsgeile mensen die graag uitpakken met weelde.

Het begijnhof. Een oase van rust midden in de grote stad.

Interview en foto’s door Nathalie Hamaekers.