“Ik ben 30 en ben de jongste van 8 kinderen. Ik heb vijf zussen en twee broers, wat als jongste heel fijn was want zo kon ik de vruchten plukken van de bergen werk die mijn broers en zussen verzet hebben. De dingen die zij niet mochten, heb ik allemaal wel mogen doen, dus dat was al een voordeel van de jongste te zijn. Bovendien was ik als jongste ook echt de observator van de familie. Er wordt niet echt naar je geluisterd omdat je de jongste bent, maar je hebt wel alles gezien en gehoord. Nu ik 30 ben voel ik me soms de meest wijze van de acht.
Mijn ouders hadden wel geluk met mij als kind. Ik hing nooit rond op straat, was vooral bezig met school en met een voorbeeldmarokkaan te zijn. Ook omdat ik wist dat ik ooit nog een bom ging moeten laten vallen in onze familie.
Ik heb zelf de beslissing genomen om thuis te vertrekken. Het is niet zo dat mijn homoseksualiteit niet geaccepteerd werd, integendeel, maar het viel nooit echt in goeie aarde. Er is nooit discussie over geweest of het werd geaccepteerd of niet, het was gewoon een heel moeilijke situatie. Aan de ene kant zagen ze mij doodgraag, maar aan de andere kant was er dat grote aspect van homoseksualiteit. Het paste gewoonweg niet in hun leefwereld, waardoor ik besloten heb om voor mijn eigen leven te kiezen.
“Vijf jaar lang heb ik mijn emoties onderdrukt, geleefd alsof er geen morgen was.”
Pas jaren later besefte ik hoe zwaar dat was. Vijf jaar lang heb ik mijn emoties onderdrukt op de meest verschillende manieren, geleefd alsof er geen morgen was. Dat was allemaal wel leuk, maar na mijn scheiding is het dan helemaal duidelijk geworden dat ik er alleen voor stond. Toen ik thuis vertrok, had ik mijn partner nog, dus werd hij een beetje mijn houvast, maar daarna besefte ik heel sterk wat ik gedaan had.
Dan ben ik echt beginnen nadenken en heb ik ook beseft dat ik wel een heel grote opoffering had gemaakt. Maar door mijn optimisme en het geloof in mezelf heb ik daar niet lang om zitten treuren. Ik leef ook zonder spijt. Je kan spijt hebben van bepaalde dingen die je mensen aandoet, maar keuzes in mijn leven betreur ik niet. Die keuzes maken wie je bent, ze bepalen je. Na mijn scheiding besefte ik heel snel; “oke, ik heb dat gedaan, dat was misschien niet doordacht, maar nu ben ik hier en waarom? Om van die dingen te kunnen leren.” Daardoor maak ik nu veel minder radicale beslissingen.
“Het ging zelfs zover dat ik een soort walging kreeg van dat geloof.”
Geloof is belangrijk en niet belangrijk in mijn leven. Toen ik thuis vertrok, heb ik me dan ook volledig losgescheurd van dat geloof. Het stond recht tegenover wie ik wilde zijn als mens en ik was boos, boos op dat geloof. Boos omdat zoiets machtigs als een religie zo’n sterke positie kan innemen waardoor zoveel mensen gewoon worden afgeschreven. Dat ging er bij mij niet in. En vanaf dat ik voor mezelf had besloten: “oke, dit is mijn geaardheid, dit is wie ik ben, dat is mijn seksuele voorkeur en daar heb ik niet voor gekozen”, dan werd dat alleen maar harder. Het ging zelfs zover dat ik een soort walging kreeg van dat geloof. Vooral omdat je dan te horen krijgt dat het een test is. Daar kan ik echt met mijn hoofd niet bij. De wereld is al wreed genoeg, zulke “testen” op misschien een kwart van de bevolking neer te gaan leggen, dat lijkt mij een god die echt een raar plan heeft met ons. Ik heb dan ook een hele tijd heel sterk afstand genomen van dat geloof. In die mate dat ik er ook niks meer van wilde weten, maar heb er ook nooit mijn mening over gegeven. Voor mezelf was die beslissing er, maar ik voelde niet de nood om continu te gaan verkondigen hoe slecht ik het vond.
Later is geloof wel terug in mijn leven gekomen, maar dan eerder onder de noemer van het te proberen te begrijpen. Dat geloof op zich is niet slecht, het zijn mensen die slecht zijn. Het is hard om te zeggen, maar het is zo. De wereld is echt verdeeld vind ik, we zitten echt met goede en met slechte mensen. En mag je die mensen slecht noemen? Misschien niet, maar alleszins wel mensen die niet het beste voor hebben met de medemens. Mensen die heel individualistisch denken en niet denken aan het grote goed. Maar ik kan daar niet mee bezig zijn omdat ik niet geloof in goed en slecht.
Wat ik geloof is dat je moet reflecteren op alles wat je doet , goed en slecht, en dat het je moet stimuleren om een beter mens te worden. Maar geloof definieert bepaalde dingen heel ongenuanceerd als slecht, waardoor je ook jezelf gaat definiëren als slecht.
“Met het ouder worden is die trots op mijn roots wel weer teruggekomen.”
Samen met het geloof heb ik ook mijn roots lange tijd afgezworen, maar met het ouder worden is die trots op waar ik vandaan kom wel weer teruggekomen. Het blijven mijn roots, ze maken deel uit van wie ik ben als persoon. Ze zorgen ook voor een soort verbondenheid. Niet dat ik standaard een band heb met elke Marokkaan die ik ontmoet, maar ik voel wel dat wat ik doe, ik dat wil doen voor mijn volk. Je moet er dan wel op letten dat die trots op je roots jezelf niet in de weg staat. Ik ben heel trots, maar die trots is van mij. Ik kan niet van andere mensen verwachten dat zij dat zelfs maar begrijpen, laat staan dat ik iemand daarop zou veroordelen.
Soms moet je je trots ook gewoon opzij kunnen zetten. Een jaar geleden heb ik mijn vader terug gezien en daarvoor moest dat wel. Ik wilde hem ook een uitleg kunnen geven over de reden achter mijn vertrek jaren geleden, maar dat kon niet zonder mijn eigen trots opzij te zetten. Uiteindelijk ben ik niet vertrokken omdat zij me niet accepteerden, maar omdat ik mezelf niet helemaal accepteerde. Dat toegeven was niet makkelijk, maar het maakt wel dat ik nu nog trotser ben dan voordien.”
Lef, trots, komisch.
Als ik bij hele goeie vrienden ben die mij door en door kennen.
Hebzucht!
Spirit Bird van Xavier Rudd
Bart De Wever, om gewoon eens met de man achter de publieke figuur te kunnen praten.
Aan het water, in de buurt van de Flandriaboot.