“Ik word als succesvol gezien, daar ben ik zeker van. Ik heb een groot appartement, veel vrienden en een goede job. Ook mijn familie is heel trots op mij, want ik werk in ‘hét chicste restaurant van Antwerpen’. Maar daar heb ik het nu net moeilijk mee. Ik ben succesvol in de maatschappij, maar is dit het dan? Ik weet soms niet goed wat ik wil in het leven. Het is een gevoel dat ik moeilijk kan omschrijven en waarvan ik niet weet of het ooit zal verdwijnen. Dat komt door die ene periode in mijn leven.

Daaraan heb ik mijn toekomstperspectief overgehouden: ik wil mensen helpen, het liefst jongeren met problemen. De reden? Mijn eigen turbulente jeugd. Binnenkort ga ik solliciteren voor een job in het asielcentrum. Als ik de job niet heb, ga ik Maatschappelijk Werk studeren.

Het gaat zo snel. Je leert bepaalde mensen kennen, gaat naar alternatieve feestjes, en drugs maken alles leuker. Het begint bij één keer in de maand, maar al snel wordt dat meer. Tijdens mijn doop van de studentenclub mocht ik van mijn ouders niet laat wegblijven. Dat vond ik bullshit. Toen ben ik een paar weken niet thuisgekomen, waardoor het helemaal uit de hand is gelopen.

Samen met vier vrienden heb ik een week lang op een kamer gezeten en elke dag van ‘s morgens tot ‘s avonds drugs genomen. Het was een feest: geen regels, geen verplichtingen. Ik heb me toen uitgeschreven van school. We leefden in onze eigen wereld, hadden onze eigen maatschappij. Het was de leukste week van mijn leven, maar ik heb het daarna als een boemerang terug in mijn gezicht gekregen. Wij hebben elkaar allemaal naar beneden gehaald. We stonden niet stil bij de gevaren en gevolgen, hadden totaal geen besef waarmee we bezig waren.

“Enkel de harde realiteit was er nog.”

Ik was gestopt op school, gestopt met mijn toneellessen en ik had mijn familie veel verdriet aangedaan door thuis weg te lopen. Van de ‘hechte’ groep waarmee ik dagelijks drugs nam, bleef natuurlijk niets over. Enkel de harde realiteit was er nog. Zoveel relaties die ik had verwaarloosd. Nam je geen drugs? Dan vond ik je niet interessant. Als ik daar nu aan terugdenk, schrik ik van mezelf. Dacht ik zulke dingen echt?

De mensen met wie ik drugs ‘ontdekt’ had, hebben me laten vallen. Ik was met mijn toenmalige vriend beginnen dealen, en onze vrienden kregen de drugs gratis. Dat leek ons lief en vrijgevig. Maar zij noemden ons junkies en beweerden dat we een slechte invloed op hen hadden. Nochtans waren zij degenen die me hadden laten kennismaken met drugs.

Ironisch genoeg is een bepaalde drug ook mijn redding geweest. Mijn vriend nam iets en had een bad trip. Hij wou in een donkere kamer zitten met de deur toe, het raam open en geen geluid. Ik moest bij hem blijven. De volgende dag zei hij: ‘wij nemen nooit meer drugs.’

Toen ben ik een jaar clean geweest en kreeg ik terug grip op mijn leven. Stilaan heb ik de band met mijn ouders terug kunnen opbouwen, een betere job gezocht enzovoort. Toch ben ik al eens hervallen. Weer dezelfde stomme fout. Dat is het moeilijkste: ik weet hoe leuk het is. Ik zal altijd moeite hebben om ‘nee’ te zeggen.

Nu woon ik samen met een meisje dat niets meer van drugs moet weten. Zij houdt me op het rechte pad. Het is erg, maar ik heb iemand nodig die op me let. Ik heb mezelf soms niet in de hand.

Toch ben ik dankbaar dat het gebeurd is. Ik ben wie ik ben door die periode. Het klinkt stom om te zeggen, maar ik heb er heel veel levenservaring uit gehaald. Ik wil iets van mijn leven maken en ik ben bereid ervoor te werken ook. Ik ben verdraagzamer geworden en weet dat ik heel graag een job in de sociale sector wil. Uit alle dingen die gebeuren, ook de negatieve, kan je iets leren. En dat wil ik meegeven aan mensen op mijn toekomstige job.”

Open-minded, vergevingsgezind en verstrooid.

Bij kleine daden om mensen te helpen. Een jongetje kon niets kopen omdat hij maar één euro had, ik heb hem toen twee euro gegeven. Het is iets kleins, maar dan loop ik met een super goed gevoel de winkel uit. Het zijn vaak de kleine dingen die voor andere mensen veel betekenen en zolang ik kan, zal ik dat blijven doen.

Depressies. Niemand zou zich zo ongelukkig mogen voelen. Tegen armoede kan je geld naar de andere kant van de wereld sturen, maar niemand kan iemands geluk maken en zelf ben je er ook niet altijd toe in staat.

Petite Marie van Jacques Brel. Mijn papa zette dat op na een breuk met een vriendje waarvan ik erg afzag. Hij zei: ‘als je dit liedje terughoort, ga je denken aan hoe verdrietig je toen was en hoe sterk je gebleven bent.’

Sophie, een vriendin van mij die vijf jaar geleden is overleden. Ik ben al een beetje vergeten hoe het was om met haar te praten, ik zou willen weten waar zij nu zou staan in het leven.

Aan de Kaaien, achter het Zuiderterras.

Interview en foto’s door Julie Van Puyenbroeck.