“De periode rond de feestdagen vind ik het moeilijkst. Dan komen slechte herinneringen uit mijn jeugd naar boven. Ik kan nog altijd niet begrijpen dat een ouder zijn kind als een baksteen kan laten vallen. Ik begrijp niet hoe een ouder zo iets kan doen. Maar echt ongelukkig ben ik nooit.
Tussen mijn achttien en negentien jaar ben ik uit huis gegaan. Ik heb lang gezwegen over de losse handjes van mijn vader. Maar ik wou mijn mond niet meer houden. Op een dag heb ik teruggeroepen en een dag later stond ik op straat.
Mijn middelbare diploma heb ik nooit gehaald, ik woonde alleen en moest zien dat ik mijn rekeningen kon betalen. Toen ik in een café in Antwerpen werkte, leerde ik iemand kennen. Hij stelde mij voor ergens in de privésector te beginnen. Eerst wou ik dat niet doen. Hij overtuigde mij door mij te verzekeren dat ik enkel de telefoon moest opnemen.
“Hij verweet mij dat ik daar werkte. Terwijl hij mij er zelf heeft binnengehaald.”
Aan iedere klant die boven naar een van de meisjes ging, verdiende ik. Mijn toenmalige vriend die mij de job aanbood, verweet mij dat ik daar werkte. Terwijl hij mij er zelf heeft binnengehaald. Ik ben dan uit colère zelf begonnen als prostituee.
In het begin besefte ik niet waar ik aan begon. Maar ondertussen ben ik 14 jaar bezig en ik doe mijn job graag. Heb ik spijt? Ik weet het niet, soms wel, soms niet. Mijn leven had er misschien anders uitgezien, maar ik doe hier zoveel mensenkennis en levenservaring op. Mijn leven is er rijker door geworden.
Toen ik zwanger was van mijn eerste kind is mijn man overleden. Dat was een zware periode. Ik kon toen bij niet veel mensen terecht. Ik had wel wat vrienden, maar op zo’n moment heb je toch echt je ouders nodig. Een geboortekaartje schrijven waarin je moet vermelden dat de papa is overleden, dat is zwaar.
Mijn job heeft mij erdoor gesleurd. Ik heb gewerkt tot een maand voor de bevalling.
Kort na mijn bevalling heb ik mijn huidige man ontmoet. Ik kende hem al van toen ik jonger was, maar toen konden we elkaar niet uitstaan. Vreemd hoe de dingen kunnen lopen. Ondertussen zijn we 16 jaar gelukkig getrouwd.
Ook al is dat niet altijd even gemakkelijk. Mijn man is psychisch ziek. Het is een man met een handleiding. Hij steunt in verhouding misschien iets meer op mij maar ik ben dat ondertussen gewoon. Ik ben dan ook de spil van ons gezin. Als ik er niet meer ben, stort het kaartenhuisje in elkaar.
Het is belangrijk dat je elkaar onvoorwaardelijk graag ziet. Ziek of niet, ik zie hem nog altijd graag. En als het er eens tegen zit, dan zal de boel eerst flink ontploffen en nadien lachen we er eens goed mee. Humor is zo belangrijk.
Soms heeft mijn man het wel moeilijk met mijn beroep. Daarom vertel ik er ook niet al te veel over. De grappige en onnozele dingen vertel ik, de rest wil hij niet weten. We hebben er ook samen voor gekozen het niet te vertellen aan mijn kinderen. Ik wil hen daartegen beschermen.
“Wat zij er ook van denken, ik veeg mijn gat eraan.”
Maar vrienden en familie, bijna iedereen weet dat ik prostituee ben. Wat zij er ook van denken, ik veeg mijn gat eraan. Veel vrouwen komen vragen stellen uit curiositeit om dan achteraf te zeggen ‘vuile hoer’. Je hebt ook mannen die denken dat ik een gemakkelijke prooi ben door mijn beroep. Zo’n dingen pakken niet bij mij.
Ik vind dat wij wel een nuttige functie hebben in de maatschappij. Moesten wij er niet zijn, zouden er bijvoorbeeld veel meer verkrachtingen zijn. Ik zie mezelf ook als sociaal werkster. Hoe raar het ook mag klinken, ik heb ook klanten waar ik alleen maar een babbeltje mee sla. Veel mannen komen naar hier uit eenzaamheid. Ik ken veel weduwnaars die op zoek zijn naar een knuffel of een hartverwarmende babbel.
Door de jaren heen heb ik een vast cliënteel opgebouwd. Dat is heel belangrijk want zo kan ik ook af en toe ‘nee’ zeggen. Als mijn gevoel zegt dat er iets niet juist zit, zal ik die man ook niet binnenlaten. Twee keer heb ik dat wel gedaan, en dat heb ik me achteraf beklaagd. Ondertussen kan ik mijn mannetje wel staan.
De meeste meisjes leven hier van dag tot dag, zo ben ik niet ingesteld. Ik kan niet ‘s avonds thuiskomen en zeggen: “Vandaag heb je geen eten.” Ik heb altijd moeten poepen en zuigen voor mijn geld. Veel meisjes beloven de hemel op aarde aan hun klanten en vanaf ze het geld in hun handen hebben steken ze geen poot uit. Als ik iets doe, doe ik het goed en anders doe ik het niet.
Ik heb een heel normaal privéleven, dat is bij de meeste meisjes hier niet zo. Twee dagen in de week ben ik thuis. De ene dag loop ik te poetsen en de andere dag maak ik soepen, spaghettisaus en stoofvlees. Ik moet mijn gezin draaiende houden, dat maakt mij ook gelukkig.
Veel mensen hebben vooroordelen. Iedereen heeft het idee dat wij marginalen zijn. Ofwel zitten we aan de drank, ofwel zitten we aan de pillen. Iedereen zal zijn mening er wel over uitroepen, maar langs de andere kant komen ze allemaal naar hier. Ik vind dat hypocriet.
“Veroordeel nooit een prostituee om wat ze doet, misschien doet ze het wel om haar kind te kunnen voeden.”
Iemand die hier na een plezante sessie de deur uitloopt, kan een uur later in een vergadering verkondigen hoe een vettig gedoe het allemaal wel niet is. Ik zeg niet dat ze moeten vertellen dat ze hiernaartoe komen, maar met respect over iets praten, dat is een ander verhaal. Ik zeg altijd: veroordeel nooit een prostituee om wat ze doet, misschien doet ze het wel om haar kind te kunnen voeden.
Veel mensen beseffen niet dat geluk in kleine dingen zit. Ik geniet ervan als in mijn huishouden alles goed verloopt, en als mijn kinderen gelukkig zijn. Je kan niet verwachten dat je dag in dag uit van ’s morgens tot ’s avonds gelukkig bent. Het zijn momentopnames. Mijn lichtpuntje van geluk was dat het contact met mijn moeder terug hersteld werd.
25 jaar heb ik mijn moeder niet gezien of gesproken. Toen mijn vader stierf, ben ik op toevallige wijze terug met haar in contact gekomen. Ik heb altijd geweten dat het contact met mijn moeder terug goed zou komen als mijn vader er niet meer was. De puzzelstukken van mijn leven zijn terug in elkaar gevallen.”
Optimistisch, overlever en geduldig.
Ik heb alle dagen wel een geluksmoment.
Ziektes en armoede.
Van kinds af aan word ik al vrolijk van de Lac du Connemara.
Het liefst van al met mensen die een breed spectrum op de wereld hebben. Met wie je over van alles kan discussiëren.
Het oude stadsgedeelte.